Hugo Borst heeft wat veroorzaakt! 

Eerst zijn open brief aan de staatssecretaris en onlangs een manifest waarin hij samen met Carin Gaemers de beroerde zorg aan dementerende ouderen aan de orde stelt. Een storm van steunbetuigingen, talk shows en deskundigen die zich er opnieuw over uitspreken. Dan volgt er het bericht dat een zorginstelling ouderen drie keer per dag een toiletbezoek gunnen. Het is vreselijk wat er met onze ouderen gebeurt, wat er met mijn ouders is gebeurd en waarvoor ikzelf alleen nog maar kan vrezen.

 

KLACHT NAMENS MIJN MOEDER EN DE FAMILIE 

 Mijn moeder is begin dit jaar overleden. Zij heeft 5 jaar op een gesloten afdeling gewoond in grote zorginstelling. De naam van de instelling doet er even niet zo toe. De wijze waarop ik als dochter de zorg en aandacht rond haar sterven heb ervaren, heeft geleid tot een klacht aan de voorzitter van de Raad van Bestuur. Op uitnodiging heb ik er samen met een vriendin / collega ter plaatse over gesproken en de klacht toegelicht. Toen heb ik het erbij gelaten, immers mijn moeder was dood en aan haar situatie zou niks meer veranderen. 

 En nu, na al die publicaties over slechte zorg voel ik me geroepen mijn klacht over de zorg aan mijn moeder in de laatste 4 dagen van haar leven te publiceren.

 

MIJN MOEDER WAS DEMENT 

 Mijn moeder was dement, ze was niet meer in staat zich te uiten, ze sprak onverstaanbaar maar was nog volledig mobiel en in staat om met enige aandacht zelf het toilet te bezoeken en zich te wassen en te kleden. Alleen ging haar dat niet goed af, ze had er hulp bij nodig en wat begeleiding. Begrijpen deed ze ook niet meer zoveel, maar op gevoelsniveau was ze heel aanraakbaar en maakten we contact. Ik ben haar dochter, de oudste van drie kinderen en was de eerstverantwoordelijke namens de familie. Ik heb haar altijd en regelmatig bezocht en kon goed volgen hoe het haar verging.

 

 

DE STILTE WAS OORVEROVEND!

Naast deze formele klacht heb ik een verslag geschreven over 5 jaar zorg aan mijn moeder. Deze heb ik gestuurd aan de voorzitter van de Raad van Toezicht, de voorzitter van de Raad van Bestuur, de Cliëntenraad van de locatie en de centrale Cliëntenraad, evenals naar het Hoofd van de Afdeling.  

De voorzitter van de Raad van Bestuur Ging hierop in tijdens de bespreking van de klacht. Verder heeft er werkelijk niemand gereageerd, zelfs geen bericht van ontvangst. Ook na het verslag van het gesprek waarop in een addendum heb gestuurd, bleef elke reactie uit.

 

DE KLACHT AAN DE RAAD VAN BESTUUR

De klacht die ik aan de voorzitter van de Raad van Bestuur heb voorgelegd heeft betrekking op de onwaardige wijze waarop zij het huis, waar ze bijna 5 jaar heeft gewoond, heeft verlaten en is gestorven in het ziekenhuis. Wij hebben zorg noch aandacht  van de instelling  voor mijn moeder (en voor ons) ervaren in de vier dagen die liggen tussen haar val, de ziekenhuisopname en haar sterven.

Hierna volgt de tekst van de formele klacht, zoals gericht aan de voorzitter van de Raad van Bestuur. De namen zijn eruit verwijderd. Ze doen er niet zoveel toe.

 


In chronologische volgorde de gebeurtenissen die aan haar dood voorafgingen: 

 

MEER DAN EENS GEVALLEN? 

Maandagavond 1 februari, ca. 21.30 uur werd ik gebeld door de dienstdoende arts. Mijn moeder was gevallen en had pijn. Ze was wel vaker gevallen.... Na mijn verbaasde vraag, “..hoezo vaker gevallen?” nuanceerde hij dat. Kennelijk wel eerder, afgelopen week gevallen.
Hiervan diende u mij op de hoogte te stellen en hebt dat nagelaten. 

OPNAME ZIEKENHUIS? 

Met mijn instemming is mijn moeder in haar kamer gebleven om de volgende dag voor röntgen naar het ziekenhuis te worden vervoerd. U hebt echter niet met mij overlegd of het medisch beleid nog actueel was. 

 

GEEN NADER OVERLEG OVER TE VOEREN MEDISCH BELEID

Het medisch beleid rond mijn moeder is in 2010, bij opname opgesteld. De dienstdoende arts heeft verzuimd dit medisch beleid op actualiteit te toetsen. Er is dus ook niet overlegd over de keuze wel of niet opname. Immers, ik had geen idee dat er daarin een keuze te maken viel. Dat werd pas duidelijk na een gesprek met de palliatieve verpleegkundige in het ziekenhuis.

 

GEEN AANDACHTIGE ZORG

Rond 9.30 uur kreeg ik een telefoontje met de mededeling dat mijn moeder in de ambulance lag en op weg naar het ziekenhuis, alleen, dus zonder begeleiding van uw kant.

Voorts had ik van u verwacht te worden geïnformeerd over de toestand van mijn moeder, welke zaken zijn ingepakt, welke zorg al dan niet is verleend, al dan niet gegeten of gedronken etc. Dat is niet gebeurd. Wel lag haar - weliswaar sterk verouderde - niet-reanimeren pasje op haar bed in het ziekenhuis.

Feitelijk had ze gewoon dood kunnen gaan zonder dat daarbij iemand van of namens ons bij aanwezig was.  Dat vond ik schokkend.

Er is geen zorg besteed aan het pakken van een tas. In haar tas zaten slechts een nachthemd en 1 setje schoon ondergoed. Ze had geen gebit in en het gebit was ook niet in de tas, noch haar bril, noch een toilettasje met de gebruikelijke spulletjes als tandenborstel en tandpasta, zeep, kammetje… 

Ik vind dat schokkend en respectloos.

De verpleegkundige van de SEH heeft verzocht het gebit alsnog te brengen, dit is niet gebeurd.

 

URINEWEGINFECTIE

De verpleegkundige die de katheter plaatste stelde verbijsterd vast dat mijn moeder een ernstige urineweginfectie had, zo eentje die al lang opgemerkt en behandeld had moeten worden. Zij belde ook met uw afdeling en kreeg daarop als antwoord dat “ze nog geen urine hadden kunnen opvangen omdat …mijn moeder steeds al zelf naar het toilet was geweest!” Dat is ondermaatse zorg.

 

GEEN CONTACT

Op de dag van de opname is over de stand van zaken contact geweest tussen chirurg en verpleeghuisarts, werd mij verteld. Op geen enkel moment is er telefonisch contact met mij als eerstverantwoordelijke contactpersoon opgenomen. Niet door een EVV-er, niet door het hoofd van de afdeling, noch door de verpleeghuisarts. Ik had op zijn minst verwacht dat iemand van u zou bellen om te informeren naar mijn moeder en ons.

 

OPVANG EN MEDELEVEN

Na het overlijden van mijn moeder op donderdagmiddag hebben mijn man en mijn zoon haar kleding en  - noodgedwongen - dus ook het gebit en de bril gehaald. De afdeling was op de hoogte gesteld van hun komst. Zij hadden verwacht te worden ontvangen. Er was echter alleen de verzorgende die geholpen heeft met de kleding. Zij condoleerde maar de zorg of de hangertjes wel terugkwamen, was groter dan de zorg voor de nabestaanden. Zij hebben dit als koel ervaren.

Mijn broer en zijn partner hebben vervolgens de fotoboeken en persoonlijke spullen gehaald. Ook geen aandachtige zorg ontvangen, erger nog: Toen ze op vrijdag de rest van de spullen regelden, kreeg mijn broer een gouden kies samen met een zilveren horloge. Dat horloge was wel van mijn moeder, maar die gouden kies toch echt niet. Hoe slordig!Zijn gesprek met het hoofd van de afdeling heb ik van horen zeggen, maar het verslag van mijn broer was niet echt het verslag van een fijn, afsluitend gesprek. 

 

CONDOLEANCE

Wel een condoleancekaart, handgeschreven namens HK1 en HK2. Ik had verwacht dat er de namen van de EVV-ers en verzorgenden, bewoners of hoofd van de afdeling op zouden staan. Tot op de dag van vandaag ben ik niet persoonlijk gecondoleerd door het hoofd van de afdeling, noch door een EVV-er. Gelukkig wel kaartjes ontvangen van een verzorgende persoonlijk en de partner van een bewoner. 

 

EPILOOG

Toen op dinsdagmiddag, na nader onderzoek bleek dat mijn moeder inoperabel was, is met ons zorgvuldig en in goed overleg besloten dat de behandeling zou worden gestaakt. Mijn moeder werd - op ons verzoek - overgebracht naar de afdeling Chirurgie en is liefdevol verzorgd door de verpleging. Ook wij als familie hebben aandachtige zorg ervaren. Wat een contrast met de zorg van uw instelling.

Wij hebben van mijn moeder op zaterdag in besloten kring afscheid genomen. U zult gezien het bovenstaande begrijpen dat wij geen enkele behoefte hadden daarbij uw instelling uit te nodigen. 

 

GESPREK MET VERPLEEGHUISARTS

Het gesprek op 17 februari met de verpleeghuisarts, dat plaatsvond op haar verzoek was begripvol. Met haar heb ik de voorgaande situatie uitgebreid kunnen bespreken en zij toonde begrip voor mijn boosheid over de gang van zaken. Zij bood mij inzage in het medisch beleid en de vastgelegde afspraken en erkende dat dergelijke afspraken regelmatig op actualiteit gecheckt hadden moeten worden. Zij kon me uiteindelijk ook vertellen van de urineweginfectie die in het ziekenhuis werd vastgesteld. Het regime was om het nog even aan te zien. Daarvan ben ik helaas niet eerder op de hoogte gesteld, noch is er in de overdracht naar het ziekenhuis melding van gemaakt. 

Na dit gesprek had ik er geen behoefte meer om te spreken met het hoofd van de afdeling.

 

TOT SLOT

Ik besef dat mijn klacht over de laatste dagen van mijn moeder aan haar situatie niets meer zal veranderen. Ik wens echter van harte dat niemand op zo’n anonieme, onzorgvuldige manier en zonder persoonlijke aandacht het huis verlaat zoals wij dat hebben ervaren met mijn moeder. Dat was namelijk mensonwaardig.

Ze heeft tenslotte wel 5 jaar gewoond in uw instelling. 

Graag ontvang ik een reactie op de klachten die ik in deze brief namens mijn moeder en de familie heb verwoord. 

 

 

Met vriendelijke groet, 

 

Drs. E. Valk

 

 

Hugo Borst heeft wat veroorzaakt!

Het is nooit te laat voor een goed gesprek! Bel +31(0)625077425 of